Vrijdag verschenen de jaarstukken 2021. Een meevaller van 13 miljoen. In deze column geeft Joost Pals een toelichting hoe dat komt en wat de betekenis daarvan is.
Jaarstukken 2021
Vrijdag zijn de jaarstukken over 2021 gepubliceerd. Zoals ik mijn vorige column al voorspelde met een enorm overschot van wel 13 miljoen euro. Hoera en over tot de orde van de dag of ...?
Eigenlijk is het verschil nog groter dan 13 miljoen euro. Want de begroting begon ooit met 10 miljoen in de min. Vervolgens heeft de gemeenteraad bezuinigingen vastgesteld. Daardoor werd het verwachte tekort teruggebracht tot 2 miljoen. En dan nu plots 13 miljoen in de plus. Hoe dan?
Corona
Een paar factoren. Bijvoorbeeld geld van de rijksoverheid voor coronamaatregelen. Er is vaak (terechte) kritiek op het rijk dat gemeenten te weinig middelen ontvangen om taken uit te voeren. Maar bij de coronapandemie is de rijksoverheid ruimhartig richting de gemeenten. Ook aan de kostenkant ontstond door corona een financieel voordeel, omdat er minder gebruik werd gemaakt van maatschappelijke voorzieningen. Voor het sociaal domein betekende dat bij elkaar een meevaller van 6 miljoen. Bij cultuur nog eens 1,8 miljoen. Die meevallers worden grotendeels doorgeschoven naar 2022, zodat het wel wordt uitgegeven aan de dingen waarvoor het bedoeld is.
OZB en de leges
Op de lokale belastingen en leges zijn wat plussen en minnen. Eind 2021 zijn er flink meer vergunningen aangevraagd. Waarschijnlijk ook door corona: verbouwingen die eerder waren uitgesteld. Voor de gemeente betekent het extra inkomsten van leges. Anderzijds was de opbrengst van de OZB lager door meer leegstand bij bedrijven. Per saldo gaf het een kleine plus.
Flipperkast
Naast corona kwam de rijksoverheid nog met een fors hogere "algemene uitkering". Dat is de grootste inkomstenbron van de gemeente. Het werd niet 153 miljoen, maar 155 miljoen euro. Relatief misschien geen groot verschil, maar dus wel een meevaller van 2 miljoen euro.
Dit punt is bij herhaling een lastig iets voor de gemeentelijke financiën: die algemene uitkering lijkt wel een flipperkast. Het schiet alle kanten uit. Soms positief. Soms negatief. En dat meerdere keren per jaar, wanneer het rijk met zogenoemde "circulaires" komt. Daarin staan de bijstellingen opgenomen, ook voor het lopende boekjaar.
Personele kosten
Als laatste een flink verschil op de personele kosten. Voordat het zakencollege aantrad, was er 41 miljoen euro begroot voor personeel (inclusief inhuur) in 2020. De realisatie kwam dat jaar uit op 40,5 miljoen. Vervolgens verhoogde het zakencollege het budget voor personeel tot ruim 44 miljoen in 2021, om nu bij de jaarstukken uit te komen op 40 miljoen.
Stabiele koers is nodig
Ook dat schiet dus alle kanten uit en het is een voorbeeld van wat ik eerder heb getypeerd als lucht in de begroting. Leuk als resultaat bij de jaarstukken, maar het is geen duurzaam financieel beleid en die wispelturigheid is ook niet goed voor de organisatie. Een stabiele koers is nodig.
Bij elkaar telt het op tot een resultaat van 13 miljoen. Maar - los van wat ik hierboven noem - zijn de schaapjes dan weer op het droge? Nee. Het bouwen aan de gemeentelijke organisatie is nog altijd actueel en nodig. Er zijn bezuinigingen die in de komende jaren nog wel in daden moeten worden omgezet. En ook op investeringen en onderhoud zullen zonder twijfel nog forse kosten gaan komen.
Tijd voor duurzaam financieel beleid
Het zakencollege heeft best wel een 'cold turkey' financieel beleid gevoerd. Dat heeft positief uitgewerkt op de financiële indicatoren. Voor een deel kón dat ook niet anders, dus het is zeker niet enkel kritiek wat ik hier schrijf. Wel breekt een nieuwe fase aan. Namelijk overgaan tot een duurzaam financieel beleid. Enerzijds het vasthouden en inbedden van financiële discipline en anderzijds wel met meer oog voor de effecten op lange termijn. Een mooie opdracht voor het nieuwe college. :-)
Joost Pals, 15 mei 2022.