Raadslid Joost Pals schrijft in een column bij KijkopBergenopZoom over het financiële wel en wee van de gemeente Bergen op Zoom. Deze keer bespreekt hij de verkoop van gemeentelijk vastgoed.
"Het college van B&W besloot om een aantal gebouwen te gaan verkopen. Dat gaf de nodige reuring deze week. Het leek soms wel alsof besloten was dat die gebouwen gesloopt zouden gaan worden. Wat is er aan de hand?
Het Focusakkoord van de gemeenteraad is een opdracht aan het college. In dat akkoord is opgenomen om gemeentelijk vastgoed te verkopen. Het is logisch dat daar dan uitvoering aan wordt gegeven. Sterker, dat is de afspraak. Bij de manier van communiceren kun je wel vraagtekens plaatsen, maar dat is een ander verhaal.
De gemeente heeft een uitgebreide vastgoedportefeuille. Stadhuis, stadskantoor, muziekschool, theater De Maagd, sporthallen, wijkhuizen en zelfs enkele woningen. De gemeente is daar eigenaar van. Je kunt best de vraag stellen of dat in alle gevallen wel logisch is. Ligt daar een taak voor de gemeente? Eigendom geeft enerzijds verregaande grip op de toekomst van een gebouw, maar het brengt ook taken en verantwoordelijkheden met zich mee. Denk bijvoorbeeld aan het onderhoud. Legio organisaties kiezen ervoor om hun vastgoed niet in eigendom te hebben: het is geen kerntaak en anderen zijn daar beter in.
Verkoop van een gebouw wil niet zeggen dat je de toekomst overlaat aan hoe de wind waait. Een monumentale status geeft ook kaders. Met de koper zijn afspraken te maken. Aan wie je verkoopt maakt ook uit. Er zijn bijvoorbeeld stichtingen die zich richten op een verantwoord beheer van vastgoed met waarde als cultureel erfgoed. De voormalige synagoge verkopen, het actuele voorbeeld, wil niet zeggen dat daar flexwerkplekken met een systeemplafond in worden getimmerd.
Belangrijk is om eigendom en verkoop van vastgoed strategisch te benaderen. Dus vanuit overwegingen zoals ik eerder noemde. Verkoop is riskant als het enkel gaat om financiële redenen op de korte termijn. De valkuil voor de gemeente Bergen op Zoom is om gebouwen te verkopen om zo snel de financiële positie wat op te poetsen.
In de eerste plaats kun je iets willen verkopen, maar het vinden van een koper is nog wat anders. Of je moet de prijs onredelijk verlagen vanwege de gevoelde tijdsdruk. Bovendien, wat is je onderhandelingspositie wanneer algemeen bekend is dat je zeer krap bij kas zit?
Verkoop van vastgoed heeft maar een beperkt financieel effect voor de Bergse problemen. De gebouwen staan als bezit (activa) op de balans. Ze hebben een boekwaarde. Bij verkoop van een gebouw moet je de boekwaarde van de verkoopprijs afhalen. Alleen met dat verschil schiet je, eenmalig, echt iets op. Als je verkoopt onder de boekwaarde heb je zelfs een negatief financieel effect.
De verkoop van gebouwen is in essentie iets wat op de balans plaatsvindt. Je kunt zo je schuld laten afnemen, maar je hebt ook minder bezit. Vastzak broekzak. Op de financiële indicator "schuldquote" kun je daarmee scoren, maar voor het eigenlijke probleem, de exploitatie, levert het structureel niets op. De opbrengst eenmalig, terwijl de problemen in de hoek van de exploitatie zitten: jaarlijks terugkerende tekorten.
De verkoop van gemeentelijke gebouwen: dat hoort een strategische afweging te zijn en niet eentje omdat je financieel met de rug tegen de muur staat. De echte kwestie is het op orde krijgen van de exploitatie.
(Deze column is eerder geplaatst op www.kijkopbergenopzoom.nl)