In deze column vertelt wethouder Joost Pals over de bedrijven die "gratis" bezwaar maken tegen de ozb. Zogenaamd "no cure no pay". Doen ze dat uit liefdadigheid of zit er een verdienmodel achter? En wat zijn alternatieve mogelijkheden.
Onroerende zaakbelasting
Over een paar weken valt de belastingaanslag voor de gemeentelijke belastingen weer op deurmat. Eén daarvan betreft de ozb, de onroerende zaakbelasting. De gemiddelde woningwaarde in Bergen op Zoom is 254.493 euro. Dat geeft in dat geval een ozb aanslag van 223,71 euro.
Het levert de gemeente alles bij elkaar, samen met de ozb voor bedrijven, zo’n 17 miljoen euro aan inkomsten op. Ter vergelijking: de jaarlijkse "omzet" van de gemeente is ongeveer 265 miljoen.
Woz-waarde
Voor de ozb is de waarde van de woning bepalend. De zogenoemde woz-waarde. Neem die waarde en vermenigvuldig dat met 0,0883 procent en je hebt de hoogte van de ozb. Het is dus gunstig als de woz-waarde lager wordt bepaald. Een lagere woz-waarde geeft een lagere ozb aanslag.
No cure no pay
De afgelopen jaren heeft het fenomeen "no cure no pay" (ncnp) een vlucht genomen. Bedrijven die zogenaamd gratis en voor niets een bezwaar voor jou indienen bij de gemeentelijke belastingdienst. Geen kosten, maar als je in het gelijk wordt gesteld, krijg je geld. Klinkt aantrekkelijk toch? Niet geschoten is altijd mis, zoiets.
Verdienmodel
Maar je voelt op je klompen aan dat hier meer speelt. Want de schoorsteen van die bedrijven moet natuurlijk ook roken. Waar halen zij hun inkomsten vandaan? Dat is via een vergoeding op de kosten van rechtsbijstand. Wanneer ze namens iemand bezwaar maken - en de rechter stelt ze in het gelijk, dan krijgen ze een vergoeding voor de inspanningen.
Dat klinkt heel redelijk. Immers, de onafhankelijke rechter stelt ze in het gelijk. En ja, er is tijd in gaan zitten, dus die hoort vergoed te worden. Redelijk. Had de gemeentelijke belastingdienst maar beter z’n werk moeten doen. Zoiets.
Tientje minder
Maar is dat ook echt wel redelijk? Want de praktijk leert dat áls een bezwaar wordt toegekend, dat het dan vaak hooguit om een paar euro minder ozb gaat. Hoera, je hoeft een tientje minder te betalen. Maar goed, je had er geen werk aan en als het gaat om het principe dan zijn dat tien mooie euro’s.
Kassa: honderden euro’s
De inwoner is een tientje rijker (of minder arm). Wat levert het dat aardige "no cure no pay" bedrijf op? Wel, dat is andere koek. Voor het instellen van beroep bij de rechter krijgen ze dan meer dan 750 euro. Kassa. Zeker wanneer ze het routinematig aanpakken. Dus met weinig inspanning wat papierwerk verrichten. Sterker nog, het kan wel oplopen tot meer dan 2.000 euro.
Nou ja, kun je nog steeds zeggen, dan had die gemeentelijke belastingdienst maar beter z’n werk moeten doen. De inwoner een tientje. Het "no cure no pay" bedrijf vele honderden euro’s. Iedereen gelukkig.
No cure YOU pay
Maar die 750 euro (en soms dus nog veel meer) moet wel betaald worden. Dat mogen we samen als belastingbetalers doen. Want door alle "no cure no pay" bezwaren gaat het belastingtarief omhoog. Dus feitelijk is het niet "no cure no pay", maar "no cure you pay".
Je mag niet alles over één kam scheren, want natuurlijk zijn er ook bedrijven en personen met een oprechte, sociale inslag. Die willen daadwerkelijk mensen helpen. Maar door de bedrijven voor wie het slechts een plat verdienmodel is, gaat het bij elkaar wel om een forse omvang aan gemeenschapsgeld.
Laagdrempelig alternatief
Wat dan? Geen bezwaar maken - ook niet als de woz-waarde te hoog is? Nee hoor, bezwaar maken kan prima. Het is ieders goed recht. Zeker als er gerede twijfels zijn over de woz-waarde is het zelfs verstandig om dat te doen. Maar doe het dan wel rechtstreeks bij de regionale belastingdienst. Dat kan heel laagdrempelig en toegankelijk. Meer informatie vind je op deze pagina.
Gemeenschapsgeld
Bezwaren worden dan op precies dezelfde manier behandeld. Als een bezwaarmaker gelijk heeft, wordt ie net zo goed gecompenseerd. Alleen voorkomen we zo wel dat een "no cure no pay" bedrijf met vele honderden euro’s gemeenschapsgeld aan de haal gaat. Geld dat we met z’n allen kunnen opbrengen.
Joost Pals, 17 februari 2023
