In deze column gaat onze wethouder Joost Pals in op ruimtelijke ordening. Heldere communicatie is van groot belang bij ruimtelijke initiatieven. Op een manier waarbij je zo goed mogelijk recht kunt doen aan uiteenlopende belangen. Daar is nog wel ruimte voor verbetering.
Ambities
Als wethouder heb ik naast financiën ook ruimtelijke ordening (RO) in portefeuille. Een interessant onderwerp, zeker omdat er in het Bestuursakkoord een aantal flinke ambities zitten op dat vlak. Meer woningen bouwen. Ruimte voor bedrijvigheid. Dat vertaalt zich uiteindelijk in nieuwe ruimtelijke plannen.
Daarnaast zijn er natuurlijk ook allerhande andere ruimtelijke initiatieven van particulieren en bedrijven. En ja, ook dingen die in het verleden niet zo goed zijn gegaan en die nu reparatie vergen. Het verleden kun je niet meer veranderen, maar de uitdaging zit 'm erin om het nu alsnog op orde te krijgen - en ervoor te zorgen dat die fouten niet meer opnieuw gebeuren.
Communicatie
Een belangrijk aspect bij elk ruimtelijk plan is communicatie. Een initiatiefnemer heeft een plan, maar negen van de tien keer zijn er ook omwonenden of andere belanghebbenden. Voor hen is zo'n plan een verandering van hun persoonlijke leefomgeving. Daar vinden ze iets van. Dat geeft emotie en meningen. Begrijpelijk en terecht.
De afgelopen jaren draaide het bij de gemeentelijke besluitvorming te vaak om het "mandateren" van bevoegdheden. Dat wil zeggen dat de gemeenteraad een aantal taken bij het college van B&W heeft belegd. Het college heeft dan de bevoegdheid om zelfstandig besluiten te nemen.
De achterliggende gedachte is om de efficiency te bevorderen. In een hoop situaties is dat ook logisch en begrijpelijk. Het zou ondoenlijk zijn als, bij wijze van spreken, elke nieuwe dakkapel door de gemeenteraad behandeld zou moeten worden.
Maatschappelijk debat
Maar er is méér dan alleen efficiency. Ruimtelijke plannen met flinke impact kun je niet afdoen met een pennenstreek. Dan is het zeker nuttig en nodig om het maatschappelijke debat in de gemeenteraad te laten plaatsvinden.
Zowel een initiatiefnemer als omwonenden en andere belanghebbenden kunnen dan inspreken en hun argumenten vóór of tegen kenbaar maken. De meningen kunnen dan nog steeds verschillen, maar er vindt een open discussie plaats.
Om die reden gaan we ook vaker ruimtelijke plannen voorleggen aan de gemeenteraad.
Dilemma: de omgevingsdialoog
Een ander ding is de omgevingsdialoog. Daar speelt een dilemma. Kort gezegd komt een omgevingsdialoog erop neer dat een initiatiefnemer éérst in gesprek (dialoog) gaat met omwonenden en andere belanghebbenden. Pas daarna gaat de initiatiefnemer naar de gemeente. Om de formele procedure te doorlopen.
In theorie klinkt dat goed. Het is ook wel zo netjes wanneer je iets van plan bent, dat je dan je buren informeert. Samen kun je bovendien nog tot verbeteringen komen, waarmee draagvlak ontstaat. In theorie.
Rol van de gemeente
De afgelopen periode heb ik ook wel een aantal voorbeelden gezien waarbij de praktijk anders is. Want omwonenden kijken toch al gauw naar de gemeente. "Leuk die dialoog, maar wat vindt de gemeente nu eigenlijk van dit plan?" Of een initiatiefnemer die (onbedoeld) de indruk wekt dat de gemeente al akkoord is met z'n plan. Dan moet je niet vreemd staan te kijken dat omwonenden op hun achterste benen staan en zich belazerd voelen: wat is een omgevingsdialoog waard als de indruk bestaat dat het allemaal al bedisseld is?
Theorie en praktijk
Ik vraag me af of het een kwestie van gewenning is - zo'n aanpak met een voorafgaande omgevingsdialoog - of dat theorie en praktijk onvermijdelijk uit elkaar zullen blijven lopen. Moet je dan "zuiver in de leer" blijven, of is het beter om daar een pragmatische draai aan te geven. Met bij aanvang al betrokkenheid van de gemeente.
Het is een vraagstuk dat ik bij mijn RO-team heb voorgelegd hoe we dat het beste kunnen optimaliseren. Uiteindelijk gaat ook dit om communicatie en hoe je zo goed mogelijk recht kunt doen aan uiteenlopende belangen.
Joost Pals, 2 september 2022