Lokaal Realisme beloofde om de financiën op orde te brengen. We zijn er nog niet, maar de schulden zijn al fors omlaag en de solvabiliteit is sterk verbeterd. Onze wethouder Joost Pals is daar druk mee bezig en geeft in deze column een update over het financieel herstel van de gemeente Bergen op Zoom.
Nog niet zo heel lang geleden zat Bergen op Zoom financieel behoorlijk aan de grond. Met een schuld van 250 miljoen euro, die door structurele tekorten ook nog eens steeds groter dreigde te worden. En een zeer kwetsbare solvabiliteit van minder dan 7%. Dat ging toen 'niet zo best' - om het heel zachtjes uit te drukken - en het moest dus écht drastisch anders.
Schuld 80 miljoen omlaag
'Orde op zaken stellen' luidde onze boodschap daarom ook bij de verkiezingen van 2022. In het bestuursakkoord (coalitieakkoord) 'Samen Bergen Verzetten' zijn er goede afspraken gemaakt hoe we dat wilden doen. En ook zijn gaan doen.
In een paar jaar tijd hebben we de financiële positie sterk kunnen verbeteren. De schuld van 250 miljoen euro in 2022 ging omlaag met bijna 80 miljoen euro weten tot 172 miljoen euro. De solvabiliteit is nu al verbeterd naar 24% en zal in 2025 nog wat verder toenemen tot iets meer dan 25%.
2025 structureel sluitend
Inmiddels is er een begroting 2025. De gemeenteraad voert daar binnenkort het debat over. Het is ons gelukt om de begroting voor 2025 (structureel) sluitend te laten zijn en om de verwachte tekorten in de latere jaren (door het ‘ravijnjaar 2026’) alvast een stuk kleiner te maken. Kleiner, maar daar hebben we dus nog een klus te klaren.
Hieronder een samenvatting hoe dat herstel zich ontwikkelt.
- De schuldquote neemt in 2025 nog iets verder af tot 55,3%. De norm van de provincie is dat de schuldquote minder dan 90% hoort te zijn. Dan zit een gemeente in de meest veilige categorie. Bergen op Zoom voldoet daar dus ruim aan.
- Bergen op Zoom had in 2022 een heel kwetsbare solvabiliteit. De afgelopen jaren is dat flink hersteld. Vorig jaar kwam de solvabiliteit al nét boven de provinciale norm van 20%. Inmiddels is het verder verbeterd naar 24,3% en in 2025 verwachten we dat dat nog iets verder oploopt naar 25,4%.
- Het eigen vermogen neemt toe van 75 miljoen in 2023 naar 82 miljoen in 2024. Voor 2025 verwachten we een toename tot 86 miljoen euro.
Maar er is méér dan alleen de financiële indicatoren. Want inmiddels begint het financiële herstel dermate op orde te komen, dat we ook een volgende stap kunnen zetten, namelijk het wegwerken van achterstallig onderhoud.
Volgende stap
Vorig jaar lukte het al om ruim 9 miljoen vrij te maken voor onderhoud aan de wegen (vandaar al die ellendige wegopbrekingen, maar dat was écht nodig). In de komende jaren willen we de boel goed blijven onderhouden en nog wat inhaalslagen maken.
Om die stap goed te kunnen maken, is ook de ‘Nota Investeren en Afschrijven’ vernieuwd. In die nota staan de spelregels hoe we omgaan met gemeentelijke investeringen, zodat we de eigendommen (activa) netjes op peil krijgen - en houden.
WMO en Jeugdzorg
Een ander belangrijk onderwerp is het sociaal domein. Daar zagen we bij de jaarrekening dat er eigenlijk te krap was begroot. Om realistisch te begroten hebben we het budget voor WMO en Jeugdzorg vergroot met 6 miljoen. We willen niet de kop in het zand steken, dus daarom die ophoging.
Tegelijkertijd is het zaak om kritisch naar de toenemende kosten te kijken, want het sociaal domein legt een steeds groter beslag op de gemeentelijke begroting. Ook is bij jeugdzorg de discussie onvermijdelijk dat sommige dingen gewoon onderdeel zijn van de opvoeding door de ouders, in plaats van jeugdzorg door de overheid. En wanneer jeugdzorg dan echt nodig is, is het vaak effectiever om te richten op het gezin dan alleen op het kind.
Sport
Goed nieuws is dat we een taakstelling van 9 ton op sport hebben weten op te lossen zonder dat dat voor de sportverenigingen pijn gaat doen. Dat doen we door met een voorziening voor groot onderhoud te werken.
Het is een beetje een technisch verhaal, maar het komt erop neer dat we daarmee een piek aan kosten in 2027 en 2028 weten te dempen door alvast te sparen en dat in een voorziening te stoppen.
2026 en verder
Ja, ook voor 2025 brengen we de boel verder op orde, maar we moeten zeker niet te vroeg juichen. Want 2026 en verder laten nog tekorten zien. Het ‘ravijn’ is wel minder diep geworden.
Ooit leek het erop dat het zou gaan om een tekort van 11 miljoen, maar dat konden we voor de zomer al bijstellen naar 8 miljoen en met de meest recente gegevens is dat verder verkleind tot zo'n 4,3 miljoen euro (op een totale begroting van ongeveer 300 miljoen).
Lucht uit de begroting
Bovendien hebben we natuurlijk maatregelen getroffen om de tekorten te verkleinen. Een voorbeeld daarvan is door te werken met een "stelpost indexeren". Dat wil zeggen dat we in de begroting 2024 niet standaard alle budgetten hebben verhoogd voor de inflatie.
Met die maatregel ging er ‘lucht’ uit de begroting en dat levert nu een besparing op van meer dan 2 miljoen euro structureel.
Kritische blik
De begroting voor 2025 is dus al sluitend. Met een kritische blik en voldoende discipline moet het ook lukken om de laatste restanten van het ‘ravijnjaar 2026’ en de jaren daarna weg te werken.
Joost Pals, 26 oktober 2024